Roel Stenhuis, geboren op 26 maart 1885 te Zuidbroek, is het eerste kind in een gezin van tien kinderen. Zijn vader is een actief SDAP’er. Stenhuis bezoekt na de lagere school korte tijd de normaalschool, maar moet op vijftienjarige leeftijd de kost mee gaan verdienen.
Roel Stenhuis
In 1903 verhuist Stenhuis naar Veendam en sluit hij zich aan bij de jeugdorganisatie van de SDAP. Stenhuis werkt als schippersknecht, opperman en fabrieksarbeider in de strokarton- en aardappelmeelindustrie. Hij werkt korte tijd voor de Rotterdamse Bestuurdersbond, in Veendam voor de SDAP verkiezingscampagne en waagt in 1906 een poging de mijnwerkers in Limburg te organiseren. Die poging mislukt. Terug in het noorden leidt een staking in de metaalindustrie. Hierdoor ontstaat contact met het NVV die hem in 1907 opdracht geeft de fabrieksarbeiders tot organisatie te brengen. Reeds op 4 augustus van dat jaar richt hij de Nederlandsche Vereeniging van Fabrieksarbeiders (NVvFA) op.
Stenhuis wordt de eerste bezoldigde van de bond, redacteur van het vakblad en later, van 1914 tot 1920, de voorzitter. Stenhuis is voorstander van machtsvorming tegen het kapitalisme, wat een sterke band tussen vakbeweging en partij noodzakelijk maakt. Begiftigd met een redenaarstalent uit hij zich scherp zonder zijn betogen te kuisen.
In het radicale klimaat kort na de Eerste Wereldoorlog wordt hij gekozen tot voorzitter van het NVV. Naast het voorzitterschap van het NVV is hij ook voorzitter van de Arbeiders Jeugd Centrale, waar hij Vorrink steunt in diens streven voor het meer zelfstandig maken van deze jeugdorganisatie en van het Instituut voor Arbeidersontwikkeling. Nadat zijn poging tot fusie van het Nationaal Arbeids-Secretariaat en Algemeen Nederlandsch Vakverbond met het NVV zijn mislukt, ijvert hij voor meer gezamenlijke machtsvorming van SDAP en NVV naar het model van de Engelse Labourparty.
Het eigenmachtige en onbeheerste optreden van Stenhuis wekt echter weerstand op en in 1928 ziet hij zich genoodzaakt af te treden als voorzitter. Stenhuis is in vele opzichten “onverzadigbaar” zowel wat het aantal politieke- en vakbondsfuncties betreft als in zijn persoonlijk leven. Het draagt bij aan zijn val in de SDAP en in het NVV. Hij wordt een “politieke zwerver” en tussen 1929 en 1940 is hij kortere of langere tijd actief in zowat alle linkse partijen die Nederland kent. Zelfs in de CPN die eerder door hem is bestreden. Tragisch is zijn toetreden tot het Nationaal Front van de Fascist Arnold Meijer in 1940. Hij verklaart de sociaal-economische opvattingen van het nationaal-socialisme te delen, maar de jodenhaat te verwerpen.
In 1950 wordt het contact met Stenhuis door NVvFA herstelt en in 1957 voert hij het woord bij het vijftig jarig bestaan van de bond, die hij heeft opgericht. Telt de NVvFA bij oprichting 131 leden. Bij het vijftigjarig bestaan zijn het er meer dan 40.000. In 1963 overlijdt Stenhuis op 78-jarige leeftijd.