Op 5 januari 1950 wordt Johannes Jacobus (Jan) Tielen in de Dapperbuurt in Amsterdam geboren. Het water trekt. In zijn geval is dat de binnenscheepvaart. Toch maakt hij via de KWJ de overstap naar bezoldigde van de Vervoersbond FNV. Hij groeit verder binnen de vakbeweging, vooral als spin in het interne organisatorische web. De huisvesting van FNV Vakcentrale en een aantal bonden hoort tot zijn verantwoordelijkheid. In 1974 trouwt hij met Ria Both (1954). Zij hebben drie kinderen, twee dochters en één zoon. Tot september 2015 – tot aan zijn pensioen – is Jan Tielen ‘gastheer’ van De Burcht.
Jan Tielen, spin in het web van de interne organisatie van de vakbeweging
Jan Tielen groeit op in een katholiek arbeidersgezin waar zijn vader in de horeca en zijn moeder buiten de deur, hard moeten werken voor het gezin met vijf kinderen. Jan speelt veel in de Rietlanden – het oude havengebied van Amsterdam – en maakt daar kennis met de haven, de zeevaart en de binnenvaart. Na de lagere school en een paar jaar MULO gaat hij op 14 jarige leeftijd naar de Binnenvaartschool van het Koninklijk Onderwijsfonds voor de Scheepvaart (KOF) in Delfzijl – een interne opleiding – waar hij in 1966 zijn diploma ‘matroos binnenvaart’ behaalt. Op 16-jarige leeftijd gaat hij werken bij N.V. Handels- en Transport Maatschappij ‘Vulcaan’ in Rotterdam en komt hij als scheepsjongen (ketelbinkie) terecht op het sleepschip ‘Vulcaan 63’. Van zijn grootvader, die ook gevaren heeft en in een fabriek werkte, krijgt hij op 16 jarige leeftijd het lidmaatschap van de katholieke bond Sint Bonifacius (Vervoersbond NKV) cadeau!
Zijn vrouw Ria is de dochter van zijn eerste baas, de schipper van het sleepschip ‘Vulcaan 63’! Een heuse zoetwater liefde. Daar bijna de hele de familie van zijn vrouw in Rotterdam woont gaat het jonge stel daar ook wonen. Hij blijft varen maar dan op voorwaarde dat als er kinderen komen, hij aan de wal gaat werken!
Op de ‘Vulcaan 63’ doorloopt Jan de rangen van scheepsjongen, 3e matroos, 2e matroos en 1e matroos. Het is een harde leerschool en hij leert ‘hoe je zelf nooit behandeld wilt worden’ en ‘hoe je wel met mensen om moet gaat’.
Na de fusie van de ‘Vulcaan’ met de Steenkolen Handels Vereniging (SHV) gaat hij als bootsman varen op de duwboot Olivier van Noort van de Europese Waterweg Transporten B.V. (EWT), eveneens in Rotterdam. Hij is er actief in praktisch alle nautische rangen tot en met stuurman. In de ondernemingsraad van de EWT wordt Jan als het jongste varende lid gekozen! Hij is ook actief in het jongerenwerk van de bond. Op 1 mei 1977 treedt hij als ‘vrijgestelde’ in dienst van de Katholieke Werkende Jongeren (KWJ) in Rotterdam. Hij geeft voorlichting op scholen over de vakbeweging en het jeugdwerk van de bond, hij begeleidt jongerengroepen en ondernemingsraadsleden en doet aan individuele belangenbehartiging voor jongeren. In die tijd volgt hij ook de vier jarige sociale academie ‘De Horst’ in Driebergen.
In 1981 gaat hij naar de landelijke KWJ in Utrecht en coördineert hij het landelijke jongerenwerk van de NKV-bonden. Ook begeleidt hij het gehele fusieproces tussen de jongerenbewegingen van NKV en NVV en de omvorming tot één jongerenorganisatie FNV.
Jan treedt op 1 mei 1983 in dienst als lid van het sociaal team op het districtskantoor van de Vervoersbond FNV op de Westzeedijk in Rotterdam. Hij krijgt daarbij ook te maken met de individuele problemen van leden. Daarna wordt hij Chef de Bureau. Hij is verantwoordelijk voor de gehele organisatorische gang van zaken op het kantoor. Hij geeft leiding aan de verschillende afdelingen en verzorgt de coördinatie van de vrijwilligers die de belastingaangiften van de leden invullen.
Hij krijgt te maken met veel stakingen die administratief soepel moeten verlopen en neemt er actief met de bestuurders aan deel. Als het beroepsgoederenvervoer over de weg met vrijwilligers propaganda voert aan de grens met België, Frankrijk of Duitsland gaat hij vaak mee om leden te werven onder de chauffeurs. Hij organiseert en bezoekt bijeenkomsten met jubilarissen in het district. Alles bij elkaar werkt hij met heel veel plezier in het Rotterdamse. Toch vertrekt hij in 1989 naar het hoofdkantoor van de Vervoersbond FNV in Utrecht. Hij wordt Hoofd Werkorganisatie. Hier krijgt hij te maken met de districtskantoren van de bond in het gehele land. Hij ontwikkelt veel belangstelling voor de huisvesting van de districtskantoren die of eigendom van de bond zijn of worden gehuurd. Ook wordt hij betrokken bij de huisvesting van de kantoren van de vakcentrale en de andere FNV bonden in het gehele land.
Als in 1998 FNV Bondgenoten (Industriebond FNV, Vervoersbond FNV, Voedingsbond FNV en Dienstenbond FNV) tot stand komt wordt hij ‘Diensthoofd verzorging en beheer’ en krijgt te maken met alle kantoren van de nieuwe bond in het gehele land. De huisvesting van die kantoren en alles wat er mee samenhangt, moet gebundeld worden in bestaande of in nieuwe panden (huur of koop). Samen met een aantal andere FNV bonden wordt FNV Huisvesting opgericht. Daardoor krijgt hij Jan ook te maken met het bestuur van de vereniging FNV Huisvesting waarin de penningmeesters van de deelnemende bonden het bestuur vormen. De FNV gebouwen moeten door FNV Huisvesting voor de deelnemende bonden worden gebouwd of geschikt gemaakt, beheerd en gefaciliteerd. In de kantoren regelt FNV Huisvesting voor de bonden het beheer en zaken zoals receptie, beveiliging, postverwerking, vergaderfaciliteiten, schoonmaak en catering. Het plan is om vijf regiokantoren in het land en één groot (nieuw) hoofdkantoor in Woerden te organiseren. In die panden de werkruimte voor Vakcentrale FNV en de deelnemende FNV bonden.
Jan is tot 1 september 2002 vanuit FNV Bondgenoten gedetacheerd bij FNV Huisvesting, dat gevestigd is in het kantoorgebouw van de FNV Bouw in Woerden. Op 1 september 2004 treedt hij als manager daadwerkelijk in dienst bij FNV Huisvesting. Als gevolg van verschillende omstandigheden en om financiële redenen komen slechts in Rotterdam, Bergen op Zoom en in Groningen uiteindelijk de gezamenlijke faciliteiten tot stand.
Vanuit Rotterdam functioneert Jan thans als manager FNV Huisvesting en regelt hij de organisatorische gang van zaken in de drie kantoren. Hij regelt het onderhoud van de panden en alles wat er mee samenhangt. Jan vindt het samen werken met en voor vrijwilligers (onder andere de invullers van de belastingbiljetten van de leden), kaderleden en bestuurders fijn en leerzaam. Hij ervaart daarbij veel collegaliteit. Vooral de directe contacten met leden spreken hem aan. Hij is in zijn ontmoetingen met leden een goede gastheer. In de komende jaren denkt Jan dat een verdere concentratie van het vakbewegingswerk zal plaatsvinden. Hij vindt dat de leden zo veel als maar mogelijk is bij dat werk betrokken moeten worden en daarvoor de nodige scholing moeten krijgen.
Jan Tielen is niet alleen geďnteresseerd in de politiek maar ook actief. Zo is hij secretaris / penningmeester van een onderafdeling van de Partij van de Arbeid. Hij is ook voorzitter van de Stichting Alexander Roemenië die ontwikkelingsprojecten ondersteunt voor de bevolking van Roemenië. Verder is Jan voorzitter geweest van voetbalvereniging SV Ommoord en is hij regio-afgevaardigde van de Koninklijk Nederlandse Voetbalbond (KNVB).
Jan is altijd in voor het aanpakken van alle werkzaamheden. Hij werkt graag samen met en voor mensen. Zijn devies: behandel mensen zoals je zelf graag behandeld wilt worden.
Koos Schoonens (2010)
Dit interview is opgenomen in de VHV-publicatie Het gezicht van de vakbeweging in Rotterdam II, dat in februari 2014 is verschenen